Klaverjassen wordt gespeeld met 4 spelers in 2 teams Noord en Zuid (ook wel “Wij” genoemd) spelen tegen West en Oost (ook wel “Zij” genoemd).

Het spel wordt gespeeld met 32 kaarten: 7 tot en met Aas van de vier kaartkleuren. Het doel is om meer punten te halen dan de tegenstanders. Aan het begin krijgt elke speler willekeurig 8 kaarten gedeeld.

Start ronde en troef maken De speler links naast de deler maakt troef en speelt verplicht. Dat is de Utrechtse variant.

Heb je geen fijne kaarten, dan waag je de gok en hoop je dat je medespeler goede kaarten heeft die je erdoorheen helpen. Wanneer je speelt is het de bedoeling dat je samen met je maat meer dan 82 punten haalt.

Spelen in rondes Na het bepalen van de troefkleur van een ronde kan er worden gespeeld. Elke ronde bestaat uit 8 slagen: per slag speelt elke speler 1 kaart en een slag bestaat dus uit 4 kaarten.

Een slag begint met de speler die aan de beurt is. De speler links van de deler komt altijd als eerste uit zodra de troefkleur bekend is. Daarna start steeds de speler die de vorige slag heeft gewonnen.

De volgende speler (links) moet een kaart van dezelfde kleur spelen. Dit gaat door totdat iedereen een kaart heeft opgegooid. De slag wordt gewonnen door de hoogste kaart van de gevraagde kleur.

Als een speler die kleur niet heeft, moet zij/hij een troefkaart opgooien. Omdat we de Amsterdamse variant spelen, hoeft dit niet als jouw maat op dat moment de hoogste kaart heeft liggen en je denkt dat jullie de slag samen gaan winnen (het mag wel).

Als er eerder een troefkaart is gespeeld, moet je een hogere troefkaart spelen. Je mag dus niet ondertroeven. Kun je niet overtroeven en ligt er al troef, dan moet je ondertroeven (behalve als je maat de slag al veilig heeft).

Heb je noch de gevraagde kleur, noch troef, dan mag je een willekeurige kaart bijspelen. Degene die de slag wint, begint de volgende slag. Als iemand een troefkaart start, moet je een hogere troefkaart spelen als je die hebt. Heb je die niet, dan een lagere troefkaart. Lukt dat ook niet, dan speel je een willekeurige kaart.

Einde ronde Na 8 slagen eindigt de ronde en worden de punten opgeteld.

• Win je alle slagen → dan krijg je 100 punten extra (een PIT draaien).
• Kiezen de tegenstanders om te spelen maar halen ze niet meer dan 81 punten → dan krijgen jullie alle 162 punten en zijn de tegenstanders NAT.
• Tot slot tel je de roem op en noteer je de punten op het scoreformulier.